Wat is de loonheffingskorting bij medewerkers en moet ik hier met payroll nog rekening mee houden?

Antwoord:

De 2 heffingskortingen waarmee een werkgever geen rekening hoeft te houden, uw payrollwerknemer moet deze namelijk zelf via zijn/haar aangifte inkomstenbelasting na afloop van het jaar of middels een voorlopige aanslag verrekenen (maandelijks), zijn:

1. Inkomensafhankelijke combinatiekorting;
2. Korting voor groene beleggingen.

Elke werknemer en uitkeringsgerechtigde in Nederland heeft in principe recht op de volgende 6 overige heffingskortingen:

• 1. Algemene heffingskorting;
• 2. Arbeidskorting;
• 3. Ouderenkorting;
• 4. Alleenstaande-ouderenkorting;
• 5. Levensloopverlofkorting (per 1 januari 2012 afgeschaft);
• 6. Jonggehandicaptenkorting.

Payroll en heffingskortingen

Omdat u bij payroll niet meer de juridische werkgever van uw personeel bent, hoeft u met bovenstaande heffingskortingen en eventuele wijzigingen hierbinnen geen rekening meer te houden. De toepassingen van de heffingskortingen zijn bij payroll de zorg van het payrollbedrijf en/of overheidsinstantie.

1. Algemene heffingskorting en payroll

De algemene heffingskorting wordt in 2019 met 5,147% van het inkomen van uw payrollwerknemer uit werk en woning afgebouwd, mits dit inkomen € 20.384 of meer is per jaar, maar niet meer dan € 68.507. In 2019 is de algemene heffingskorting voor uw payrollwerknemer maximaal € 2.477. De korting wordt afgebouwd tot nihil. Als uw payrollwerknemer de AOW-leeftijd heeft bereikt, is de heffingskorting in 2019 maximaal € 1.268. De korting wordt in de toekomst tot nihil afgebouwd.

2. Arbeidskorting en payroll

Uw payrollwerknemers met een inkomen hebben ook op de arbeidskorting recht. De arbeidskorting is een percentage van dit loon tot een maximumbedrag. De arbeidskorting wordt alleen over het jaarloon en niet over eenmalige beloningen of beloningen die uw payrollwerknemers maar eenmaal per jaar krijgen, zoals gratificaties, tantièmes of vakantiebijslag berekend. In de tabel van de Belastingdienst voor bijzondere beloningen wordt wel rekening met de opbouw en afbouw van de arbeidskorting voor uw payrollwerknemers gehouden.

Elke maand wordt er een bedrag aan arbeidskorting met de afdrachten loonbelasting/premie volksverzekeringen van uw payrollwerknemers verrekend.

De arbeidskorting voor een reguliere payrollwerknemer in 2019 met een inkomen onder € 34.060 per jaar is maximaal € 3.399. De arbeidskorting wordt sinds 2019 met 6,000% van het inkomen verminderd (afbouw), als dit inkomen meer dan € 34.060 per jaar is, maar niet meer dan € 90.710. De arbeidskorting is namelijk nihil als het inkomen van uw payrollwerknemer hoger dan € 90.710 per jaar is.

Voor uw payrollwerknemers, die de AOW-leeftijd hebben bereikt, geldt een andere arbeidskorting dan voor uw jongere payrollwerknemers. De arbeidskorting voor hen (AOW-gerechtigden) is per jaar namelijk maar maximaal € 1.740. Voor hen geldt daarnaast dat de arbeidskorting met 3,069% van het inkomen wordt verminderd, als dit inkomen meer dan
€ 34.060 per jaar is, maar niet meer dan € 90.710. Ook voor AOW-gerechtigde payrollwerknemers geldt dat de arbeidskorting nihil is als hun inkomen hoger dan € 90.710 in 2019 is.

3. Ouderenkorting en payroll

Uw payrollwerknemer heeft recht op de ouderenkorting als hij/zij de AOW-leeftijd heeft bereikt. De ouderenkorting is € 1.596 voor payrollwerknemers met een inkomen van € 36.783 in 2019. Is het inkomen hoger dan € 36.783, dan wordt de ouderenkorting afgebouwd met 15% van het verschil tussen het inkomen en € 36.783. Vanaf een inkomen van € 47.423 heeft uw AOW-gerechtigde payrollwerknemer geen recht meer op ouderenkorting.

4. Alleenstaande-ouderenkorting en payroll

De alleenstaande-ouderenkorting is in 2019 € 429 en er moet van een AOW-uitkering voor alleenstaanden sprake zijn. De Sociale Verzekeringsbank (SVB) past deze korting vanaf de eerste loonbetaling in de maand waarin een uitkeringsgerechtigde (dus geen payrollwerknemer) de AOW-leeftijd bereikt toe. Dit doet de SVB alleen als de uitkeringsgerechtigde de SVB hierom schriftelijk heeft gevraagd.

5. Levensloopverlofkorting en payroll

Per 1 januari 2012 is de levensloopregeling afgeschaft. Uw payrollwerknemers kunnen niet meer beginnen met sparen in deze regeling. Voor bestaande deelnemers geldt overgangsrecht (zie Belastingdienst).

6. Jonggehandicaptenkorting en payroll

De jonggehandicaptenkorting geldt voor iedereen die:

• a. Een Wet Wajong-uitkering krijgt;
• b. Recht op een Wet Wajong-uitkering heeft, maar deze uitkering niet krijgt omdat hij nog andere inkomsten heeft.

Als het payrollbedrijf een Wet Wajong-uitkering aan uw payrollwerknemer (door)betaalt, mag het payrollbedrijf altijd de jonggehandicaptenkorting verrekenen. Dit geldt ook als uw payrollwerknemer de loonheffingskorting niet bij uw payrollaanbieder laat toepassen.

Het kan zijn dat uw payrollwerknemer wel recht heeft op een Wet Wajong-uitkering, maar deze niet krijgt, omdat hij/zij nog andere inkomsten heeft. Dan mag het payrollbedrijf de jonggehandicaptenkorting, mits het over een kopie recht op jonggehandicaptenkorting van het UWV beschikt, verrekenen. De jonggehandicaptenkorting is in 2019 € 737 per jaar.

Heeft u genoeg gelezen over alles omtrent loonheffingskorting, algemene heffingskorting, arbeidskorting, ouderenkorting, alleenstaande ouderenkorting, levensloopverlofkorting, jonggehandicaptenkorting en payroll, dan kunt u altijd een geheel vrijblijvend gratis adviesgesprek, payroll flexpool inventarisatie, payrollofferte of payrollberekening bij ons aanvragen!

Meer payroll informatie

Voor meer uitleg of informatie over payroll of payrolling en antwoord op de meer dan 400 payroll vragen, willen wij u graag doorverwijzen naar 1 van de volgende pagina's: payroll vragen, payroll voordelen, payroll nadelen, payrollcontract, payrollwerknemer, payrollbedrijven, payroll betekenis, payrollbureau, payroller, payrollconstructie, verschil uitzendkracht en payroll, uitzendbureau payroll en goedkoopste payroll