In het advies van de Stichting van de Arbeid komen de werknemersorganisaties tot de conclusie dat de vorm van payrolling waar werknemers in dienst treden bij een payrollbedrijf en vervolgens op basis van een uitzendovereenkomst met het payrollbedrijf ter beschikking worden gesteld aan de ‘eigen’ werkgever, niet beoogd en onwenselijk is. Hierdoor kunnen werkgevers hun verantwoordelijkheden ontlopen en ontslagregels ontduiken. De werknemersorganisaties adviseren wettelijke aanpassingen om deze vorm van payrolling ongedaan te maken.
De werkgeversorganisaties daarentegen zijn van mening dat payrolling tegemoet komt aan de behoefte van werkgevers aan flexibiliteit en hen verlost van allerhande werkgeversverplichtingen en financiële risico’s die het ondernemen complexer maakt. De werkgeversorganisaties concluderen dat de bepalingen rondom de uitzendovereenkomst voldoende duidelijkheid bieden over de juridische positie van payrolling.
De vraag is of payrolling en detachering onder de WAADI (Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs) vallen. Bij het ter beschikking stellen van arbeidskrachten – waarvan bij payrolling en detachering sprake kan zijn – is dit het geval. Het gevolg hiervan is dat de ter beschikking gestelde arbeidskrachten op gelijke wijze moeten worden behandeld als vergelijkbare werknemers bij de inlener met betrekking tot de in de WAADI opgenomen arbeidsvoorwaarden. Van het gelijke behandelingsvoorschrift in de WAADI kan alleen bij CAO worden afgeweken en alleen voor zover het niet wettelijke voorschriften.
Bron: Rijksoverheid
Waarom bij ons een offerte aanvragen?
Testimonials
Benieuwd naar ervaringen van anderen met onze adviseurs?