Deze maatregelen worden op korte termijn verwoord in conceptwetgeving, die voor internetconsultatie wordt aangeboden. Omdat de realisatie van met name de opdrachtgeversverklaring meer tijd vraagt, schuiven een aantal zaken op:
Na de zomer komt er meer informatie wanneer en of de oplevering van de webmodule wel haalbaar is. De ontwikkeling levert vergelijkbare problemen op als vijf jaar geleden met het plan voor de online module ‘Beschikking Geen Loonheffing’ (BGL), bedoeld als vervanger van de VAR.
De zzp-maatregelen moeten oneerlijke concurrentie op de prijs van arbeid tegengaan. Om concurrentie tussen werknemers en (laag betaalde) zzp-ers te voorkomen, is gekozen voor een minimumtarief. Het verschil in arbeidskosten voor werknemers en zzp-ers wordt hierdoor kleiner. Zou het neveneffect kunnen zijn dat dit ook de prijs gaat drukken van zzp-ers, die nu beter worden betaald? Het kabinet gaat de arbeidsmarkteffecten van de maatregel onderzoeken. Het minimumtarief gaat overigens ook gelden voor buitenlandse zzp-ers.
Een maatregel moet handhaafbaar zijn en geen nieuw ontwijkgedrag oproepen. De criteria zijn dus belangrijk.
In 2019 is het niveau van de bijstandsuitkering netto €13.577 per jaar. Daar is het minimumtarief op gebaseerd. Uitgaande van het idee van een zzp-er voltijd werkt (40 uur per week, 46 weken per jaar) om het bestaansminimum te verdienen.
Het minimumtarief geldt voor alle direct aan de opdracht gerelateerde uren. De zzp-er moet de kosten gerelateerd aan de opdracht daarbovenop in rekening brengen.
De offerte wordt belangrijk voor de controle. De zzp-er (opdrachtnemer) moet vooraf een uren- en kostenoverzicht indienen bij de opdrachtgever. Die berekent op basis daarvan of aan het minimum uurtarief is voldaan. Tijdens de opdracht kunnen er meer uren en kosten ontstaan. Een zzp-er (opdrachtnemer) moet die zelf goed bijhouden en na afloop verstrekken aan de opdrachtgever. Die moet extra gemaakte uren en kosten bijbetalen, zodat over het geheel het minimumtarief wordt betaald.
De strikte administratieve verantwoordelijkheid geldt meer voor zakelijke opdrachtgevers dan voor particuliere.
Opdrachtnemers en belangenorganisaties kunnen naleving van het minimumtarief afdwingen bij de civiele rechter. De Inspectie SZW houdt toezicht op betaling van het minimumtarief.
Naar hoe zit het met het wettelijk minimumloon voor overeenkomsten van opdracht (WML-ovo), fictieve dienstbetrekkingen, ketenaansprakelijkheid en het uitzonderen van bepaalde groepen wordt nog onderzoek gedaan.
De opt-out met zelfstandigenverklaring is breder, geldt voor vrijwaring van loonheffing, maar ook vrijwaring van pensioen en cao’s. Sociale partners kunnen echter nog wel bepaalde cao- of pensioenbepalingen laten gelden voor werknemers met een zelfstandigenverklaring.
Partijen moeten afspreken hoelang de overeenkomst duurt, waarvoor de zelfstandigenverklaring geldt. Voor het gebruik van deze verklaring (opt-out) mag maximaal een jaar worden gewerkt aan een opdracht. Dit is niet afhankelijk van het (juridische) bedrijfsonderdeel binnen een onderneming, het is dus concernonafhankelijk. Er komt een samentelregeling. Alle werkzaamheden die door een werkende eerder zijn verricht voor dezelfde opdrachtgever, ongeacht de contractvorm, tellen mee.
Als na afronding van een opdracht minimaal 6 maanden geen werkzaamheden zijn verricht voor die opdrachtgever start bij aanvang van de werkzaamheden een nieuwe termijn van een jaar.
Beide partijen tekenen samen de zelfstandigenverklaring voorafgaand aan de werkzaamheden voor een opdracht, met vermelding van het KvK nummer. De verklaring mag zelf worden opgesteld, maar er komt ook een format voor, dat kan worden gebruikt.
Als achteraf blijkt dat niet aan de voorwaarden voor de zelfstandigenverklaring is voldaan, geldt die niet met terugwerkende kracht. Als deze vrijwaring niet geldt, kunnen opdrachtgever en opdrachtnemer nog beoordelen of het mogelijk is te werken buiten dienstbetrekking bijvoorbeeld via de webmodule. Is dat niet het geval dan kan de opdrachtnemer alsnog aanspraak maken op rechten als werknemer.
De bewijslast dat aan de voorwaarden van de zelfstandigenverklaring is voldaan, ligt bij de opdrachtgever. Als niet aan de voorwaarden is voldaan, kunnen correctieverplichtingen, naheffingen en boetes worden opgelegd door de Belastingdienst.
Het bovenstaande wordt nu omgezet in wetgeving. Hoe de relatie is met de fictieve dienstbetrekking en de doorwerking van het bovenstaande naar andere arbeidsrechtelijke wetgeving wordt nog uitgezocht.
De ontwikkeling van de webmodule voor het bepalen van wel/niet werken als zelfstandige is omslachtig, het maken van een goede ‘beslisboom’ is een verhaal apart.
Het handhavingsmoratorium is verlengd tot 1 januari 2021, in afwachting van de nieuwe wetgeving.
De Belastingdienst kan momenteel in de praktijk moeilijk de bewijslast rondkrijgen dat werkgevers willens en weten gebruik maken van schijnzelfstandigen. Als een bedrijf een verdedigbaar standpunt heeft, en ook de aanwijzingen van de Belastingdienst niet opvolgt, kan de Belastingdienst dit op dit moment niet direct benoemen als ‘kwaadwillend’ en daar tegen optreden. Daarom worden de handhavingsmogelijkheden tijdens dit ‘moratorium’ uitgebreid. Als de Belastingdienst aangeeft dat een bedrijf niet werkt volgens de huidige wetgeving, en die aanwijzingen blijken achteraf niet te zijn opgevolgd, dan kan de Belastingdienst handhavend optreden.
Bron: Flexniews.nl/Kamerbrief ‘Voortgang uitwerking maatregelen werken als zelfstandige’, 24 juni 2019
Naast het laatste payroll nieuws willen wij u voor meer uitleg of informatie over payroll of payrolling en antwoord op de meer dan 400 payroll vragen graag doorverwijzen naar 1 van de volgende pagina's: payroll vragen, payroll voordelen, payroll nadelen, payrollcontract, payrollwerknemer, payrollbedrijven, payroll betekenis, payrollbureau, payroller, payrollconstructie, verschil uitzendkracht en payroll, uitzendbureau payroll en goedkoopste payroll.
Waarom bij ons een offerte aanvragen?
Testimonials
Benieuwd naar ervaringen van anderen met onze adviseurs?